[vc_row row_content_width=”grid” row_background_text_animation=”yes” simple_background_color=”#ffffff”][vc_column][vc_column_text]
WILLEM BRUSTEN
PRODUCER
Willem BRUSTEN werd geboren op 28 april 1956 te Beerse als tweede oudste in een gezin van acht kinderen.
Zijn eerste liefde voor muziek en instrumenten moet ontstaan zijn op 6 jarige leeftijd na een contact met een buurman. Die speelde mondharmonica en Willem leerde al snel zelf zo’n blaas-zuig ding bespelen.
De mondharmonica maakte deel uit van de dagdagelijkse rommel in zijn broek en jaszakken, en ging overal met hem mee. Het speleding werd vervangen door een professioneel exemplaar van Höhner rond de leeftijd van 12 jaar. Toots Thielemans, die hij enkele malen persoonlijk ontmoette, werd zijn idool.
Rond die zelfde leeftijd ontdekte hij de mooie klanken van koper blaaswerk dank zij zijn oudste broer Marc die toen klaroen speelde bij de plaatselijke Chiro band. Veel verder dan een waterdarm met plastieke trechter en geleend mondstuk van die klaroen, kwam hij echter niet. De olifantslurfige klanken die daaruit kwamen deden hem besluiten dat dit niets voor hem was.
Zijn ouders waren beiden Jazz en klassiek liefhebbers en hielden van dansmuziek. Zo ontdekte Willem de wereld van de Klassieke muziek, Pop, Latin sound enz.
Zeker de combinatie van “Classic in Pop” gespeeld door groepen zoals Ekseption, Focus, en Jethro Tull trokken zijn aandacht. Thijs van Leer, Rik vander Linden en Staf vander Linden maakten deel uit van zijn favoriete muzikanten evenals Pim Jacobs, Rita Reys, Barbara Streisand (met kristal heldere stem), Ella Fitzgerald en nog vele andere artiesten.
Rond 16 jarige leeftijd kreeg hij een 12 string Ibanez guitar en leerde hij basic guitar spelen. De guitaren die hij daarvoor had waren steeds afdankertjes geweest die hij zelf opknapte en fleurig beschilderde. After all waren de invloeden van Woodstock duidelijk aanwezig. In die zelfde periode werd hij ook muzikant bij de Royal Beerschot Drum and Bagpipe Band, waar hij Schotste doedelzak leerde spelen. Hoewel notenleer een “must” was, had hij daar niet veel interesse in en speelde véél liever puur op gevoel en improvisatie. Het was een fijn zelf-leer proces. Zijn goed gevoel voor ritme en fijn gehoor hielpen daarbij.
Rond die periode trok hij voor en tijdje naar Familie in Engeland en kreeg daar de smaak van de musical te pakken. Londen was het mekka voor grote musicals en Willem zag daar dan ook de meest gekende zoals “Jesus Christ Superstar”, “Fiddler on the roof”, “Cats”, “The Jazz singer” enz. Door het beluisteren en bestuderen van die “musical” stemmen ging een andere wereld open. Het meest was hij verbaasd door het groot vocaal bereik van Jesus Christ Supertar ster “Ted Neeley” die er perfect in slaagde van de “High Note” te zingen (hij haalt bijna 6 octaven). Willem ontdekte toen wat je met stemmen met groot vocaal bereik kan doen. Axl Rose (5 en half octaven), Mariah Carey (bijna 6 volle octaven), Ivan Rebrov (5 octaven) zijn nog enkele van zijn favorieten. Het technische van muziek en zang trok zijn aandacht.
Niet veel later kocht hij dan ook zijn eerste drumstel en leerde drummen op de ritmes van Sandy Nelson, Dave Brubeck en Gene Krupa. Zet daar dan nog een beetje blaaswerk bij van Sachmo (Louis Armstrong) en Dizzy Gillespie en het kan echt niet meer stuk.
Met enkele leger kameraden begonnen ze samen een kleine coverband. Willem speelde drum. Hij stopte bij de band een kleine twee jaren later omdat dit niet meer te combineren viel met zijn dagdagelijks werk, waarvoor hij veel moest reizen. Hierdoor kwam hij wel in aanraking met vele andere soorten muziek van over de ganse wereld.
Tussendoor schreef Willem teksten en gedichten waarvan enkele door zijn zuster Annemie op muziek werden gezet. Samen met nog een leger vriend, trokken ze nog een beetje rond als Cabaret groep en met kleinkunst muziek.
Toen Annemie samen met de zussen Goele en Kristien begonnen te zingen hadden ze al snel succes en kwamen zo bij de toenmalige Nederlandse omroep NOS terrecht. Tevens traden ze op in de voorprogramma’s van Rob de Nijs, De Kreuners en in de horecazaak van Marc Dex. Willem begeleide hen steeds als road manager en kwam zo in contact met de wereld van artiesten. Hij vertoefde dan ook regelmatig in de artiestenclub in Boechout waar bvb ook Louis Neefs regelmatig kwam.
Op 25 jarige leeftijd opende Willem dan een dancing waar hij wekelijks shows gaf met allerhande artiesten. Luc Caals, Staf Wezenbeek (de vader van Lynn), Françis Gunthler (operette zanger), Henk van Montfoort en vele andere.
Ondertussen bleef hij in contact, en was regelmatig te vinden, op de repetities en optredens van de leden van het eerste bandje waar hij deel van uit maakte. Al die bandleden hadden ondertussen ook een muzikaal parcour afgelegd en kwamen in andere groepen terrecht.
Via voormalig voorzitter van onze Concertband Heffen (Luc Ferdinand), die toen bij “Cool Drive” speelde, kwam hij uiteindelijk bij de Brassband terecht. Echter niet als muzikant of zanger, maar als toeschouwer.
De passie, mede door de fijne groep mensen, groeide al snel uit tot méér. Willem begon al snel deel uit te maken van het meubilair, en sloot meestal de deur, samen met zijn reeds jarenlange vriend en muzikant Luc.
Enkele jaren geleden, nadat Willem samen met voormalig voorzitter Luc Ferdinand, ondervoorzitter Geert vander Straeten, en Bart van Buggenhout de basis legden voor een jonger en nieuwer bestuur, kwam dan de vraag of hij geen deel wilde uitmaken van het bestuur. Hij werd geen geregistreerd bestuurslid maar wel algemeen adviseur.
Eerder in 2019 werd dan de vraag gesteld of hij de rol van producer op zich wilde nemen. Hij zal samen met het productie team, klank, beeld en licht regisseurs (en hun medewerkers), de ganse groep begeleiden en in goede banen leiden doorheen het nieuwe avontuur. En dit alles onder het toeziend oog van het bestuur en Musical Director Bart Van Buggenhout,.
Zelf muziek spelen doet hij niet veel meer. Het afschuimen van rokerige en naar ranzige alcohol ruikende Jazz kroegen is ook een pak minder geworden. Maar de deur als laatste achter zich dicht trekken bij de Malvine Band doet hij nog wel. (Lees …dit laatste samen met partner in crime en Luc Ferdinand).
De mondharmonica, evenals de oude Ibanez 12 string guitar en de doedel (zonder) zak, liggen steeds binnen handbereik en moeten er af en toe nog eens aan geloven. Drummen doet hij niet meer, met uitzondering van wat handen werk of vingergetokkel op de zit van een stoel of de rand van de toog of tafel. Maar zijn motto blijft “MUSIC IS MY FIRST LOVE, AND IT WILL BE MY LAST”
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]